Laboratorium:
Op de praktijk beschikken wij over een eigen laboratorium met de mogelijkheid tot bloedonderzoek, mestonderzoek en urineonderzoek.
– Bloedonderzoek
Op de praktijk zijn wij in de gelegenheid het bloed van uw paard te checken op onder andere infecties, uitdroging, lever- en nierproblemen, spierschade, mogelijke darmproblemen en afwijkingen in de elektrolyten en eiwitten. Bij keuringen kunnen we bloed afnemen en bewaren om eventueel bij onenigheid achteraf op doping te testen. Deze doping testen en andere uitgebreidere en specifiekere bloedwaardes sturen naar een gerenommeerd lab om de waardes voor ons te bepalen.
– Mestonderzoek
Mestonderzoek wordt steeds belangrijker om de resistentie van wormmiddelen tot het minimum te kunnen beperken. De veulenworm, rode bloedworm en spoelworm zijn de meest voorkomende wormen die gevonden worden in het mestonderzoek.
Bij veulens en jonge paarden raden we wel aan een vast ontwormingsschema te gebruiken, maar volwassen paarden kunnen worden ontwormd op geleide van een mestonderzoek.
Het mestonderzoek kan het beste uitgevoerd worden in het voorjaar voordat de paarden de weide op gaan en eventueel in de zomer nogmaals. In het najaar raden wij aan een uitgebreidere ontworming te geven om de horzellarven en lintworm ook te bestrijden. Deze wormen zijn namelijk niet terug te vinden in het mestonderzoek.
Naast onderzoek op wormen testen we de mest ook op de aanwezigheid van zand. Zand wordt echter heel wisselend uitgescheiden, dus bij verdenking van zandproblemen in de darmen is het slim om meerdere dagen de mest te testen op zand.
– Urineonderzoek
Bij plasproblemen of in sommige gevallen vermageren kan de urine onderzocht worden op eventuele infecties, kristallen of slecht functionerende nieren. Een paar milliliter urine is voldoende om een volledig urine onderzoek uit te voeren.
– Cytologie, histologie en bacteriologie
Cytologie, histologie en bacteriologie, respectievelijk het onderzoek naar cellen, weefsels en bacteriën, wordt bij ons in de praktijk in sommige gevallen direct uitgevoerd door middel van het beoordelen van het monster onder de microscoop of op kweek te zetten. Meestal worden de monsters opgestuurd naar een van onze laboratoria.
Röntgenfoto’s:
Röntgenfoto’s zijn een veelvoorkomende vorm van diagnostiek in de praktijk. Op een röntgenfoto zijn voornamelijk botten en gebitselementen te beoordelen. In sommige gevallen is er wel iets te zeggen over zwellingen in de zachte weefsels.
Naast röntgenologische keuringen, worden röntgenfoto’s gemaakt om een oorzaak van een kreupelheid te achterhalen, het gebit en de voorhoofdsholtes te checken op ontstekingen en afgebroken elementen.
Echografie:
Met echografie kunnen vaak de zachte weefsels (spieren en pezen) beter in beeld gebracht worden dan met een röntgenfoto. Vaak is wel de belijning van het bot te beoordelen. Echografie wordt gebruikt om een diagnose te stellen bij kreupelheden van vooral (buig)pezen, maar ook gewrichten kunnen beoordeeld worden op overbelasting en ontstekingen met echografie.
Voor fertiliteitsbegeleiding wordt ook vaak echografie gebruikt om de grootte van de follikels (eieren), de hengstigheid van de baarmoeder en uiteindelijk de dracht te beoordelen.
Scopie:
– Broncho/laryngeaal
Bij langdurige luchtwegproblemen bestaat er de mogelijkheid om met een camera in de keelregio, luchtzakken en een deel van de longen van uw paard te kijken. Daarnaast kunnen er cellen verzameld worden uit de longen om het type ontsteking te achterhalen. Na een scopie is het vaak mogelijk een gerichtere behandeling in te zetten met de juiste medicijnen.
– Blaas
Bij plasproblemen kan het zijn dat er niet voldoende informatie gehaald kan worden uit een urineonderzoek. Er bestaat dan de mogelijkheid om met een camera in de blaas te kijken of er afwijkingen (bijvoorbeeld blaasstenen of poliepen/gezwellen) te vinden zijn.
